Jan Jacob Lodewijk (Jan) ten Kate sr. (Middelburg 1850 - Loosduinen 1929) was een Nederlands kunstschilder, zoon van de dominee-dichter Jan Jacob Lodewijk ten Kate (1819-1889) en kleinzoon van de kunstschilder Anthonie Waldorp. Jan kwam uit een kunstenaarsgezin. Twee van zijn ooms waren bekende kunstschilders (Herman ten Kate en Mari ten Kate). Ook zijn zoon Jan Jacob Lodewijk (Jan) ten Kate jr. zou kunstschilder worden.
Jan ten Kate volgde de Akademie der Bildenden Künste in München. Hij was een leerling van Petrus Franciscus Greive en zijn oom Herman ten Kate.
In 1880 maakte hij een studiereis naar Zwitserland; Ten Kate kwam in 1890 terug naar Nederland en ging in Epe wonen. Later woonde hij afwisselend in, Valkenburg (1901), Antwerpen (1903), Brussel (1906), Bloemendaal (1908) en keerde toen terug naar Den Haag.
De werken van Jan ten Kate variëren van genrekunst, landschappen, portretten en afbeeldingen van dieren tot stadsgezichten, figuurvoorstellingen en strandgezichten. Zijn natuurstukken zijn breed en krachtig van opzet, zonder schreeuwende effecten, levendig en natuurgetrouw met veel tinten groen, geel, grauw, vaal en bruin. Vaak natuurgetrouwe sneeuwtoppen, machtige bergtaferelen, forse wolkenkoppen en diepgroen water .
Hij verwierf in 1880 de door koning Willem III uitgeschreven Prix d'Excellence voor zijn schilderij Hooioogst door vrouwen en kinderen op Marken. Andere werken waren een portret van koningin Wilhelmina in het Hof van Arbitrage, een portret van Henri Dunant in het gebouw van het Rode Kruis, een allegorie Après la Guerre en Zegen des vredes.