Siebe Johannes ten Cate (Sneek 1858 – Parijs 1908) is het derde kind van leerlooier Jan ten Cate en Popkje Tuijmelaar. Vader Jan is welvarend; naast zijn looierij bezit hij de eekmolen De Hoop, Hij is ook maatschappelijk getapt en in 1873 wordt hij benoemd tot burgemeester van Sneek. Siebe is 19 en 22 jaar als zijn ouders overlijden. Niets bindt hem daarna nog aan Sneek en de jonge kunstenaar vertrekt naar Parijs waar hij tot zijn dood zal blijven wonen en werken.
Siebe leidt een teruggetrokken leven. Toch heeft hij tijdens zijn leven over succes niet te klagen. Bekende Parijse musea als het Louvre en Carnavalet kopen werken van zijn hand voor hun collectie. In galeries en op tentoonstellingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland staan de werken van de Fries te koop. De schilderijen van Siebe ten Cate zijn in de loop der tijd steeds geliefd, tot op vandaag toe. Het impressionisme dat Ten Cate in zijn werk toont is goed ontvangen.
In 1880 brengt hij de zomer door in Nederland en schildert hij samen met Anthon van Rappard (1858-1892) veel aan de Loosdrechtse Plassen. In het atelier van Van Rappard in Brussel ontmoet Siebe Vincent van Gogh. Kees van Dongen (1877-1968) vindt bij aankomst in Parijs enkele maanden onderdak bij Ten Cate, die hem introduceert in de Parijse kunstwereld. Ten Cate komt via kunsthandelaar Vollard, die werk van de schilder verkoopt, in contact met mannen als Camille Pissarro (1830-1903) en Alfred Sisley (1839-1899).
Schilderijen van Ten Cate ademen vaak een melancholieke, eenzame sfeer met wat mystieke figuren in winterse of regenachtige scènes. In stadsgezichten overheerst het grijs, waarin slechts enkele felle kleurtoetsen de voorbijgangers accentueren. Wolken lijken altijd te bewegen, sneeuw dwarrelt als het ware door het doek heen. Zoals veel impressionisten had Ten Cate oog voor de technische ontwikkelingen in zijn tijd. Rokende schoorstenen, gaslantaarns, stoomschepen en -treinen, onderwerpen die meer traditionele kunstenaars schuwden, zijn op veel werken van Ten Cate terug te vinden.
De meeste werken tonen scènes in Frankrijk. Parijs en de haven van Le Havre komen vaak terug. Maar Ten Cate keert ook regelmatig terug naar Nederland en zit dan in de havens van Dordrecht en Rotterdam te schetsen. Aan zijn vele reizen herinneren werken met afbeeldingen van Algiers en Londen.